Financiële positie en toelichting

Structurele exploitatieruimte

De structurele exploitatieruimte wordt bepaald door de incidentele baten en lasten in mindering te brengen op de totale baten en lasten en daar vervolgens de structurele verrekening met de reserves bij op te tellen. Budgetverschillen op activiteiten inzake structureel bestaand beleid blijven in hun aard onderdeel van de structurele exploitatieruimte. Over het algemeen geldt dat naarmate de structurele baten hoger zijn dan de structurele lasten, de exploitatie meer flexibel is dan een exploitatie waarbij structurele baten en lasten in evenwicht zijn.

De structurele exploitatieruimte wordt uitgedrukt in een percentage en wordt bepaald door het saldo van de structurele baten en lasten en het saldo van de structurele onttrekkingen en toevoegingen aan reserves te delen door de totale baten zodat beoordeeld kan worden welke structurele ruimte er is om de eigen lasten te dragen, of welke structurele stijging van de baten of structurele daling van de lasten daarvoor nodig is. Wanneer dit cijfer negatief is, betekent dit dus dat het structurele deel van de begroting onvoldoende ruimte biedt om de lasten te blijven dragen.

Bepaling structurele exploitatieruimte (Rekening 2019)

Bedragen x € 1.000

structureel

incidenteel

totaal

Lasten

473.933

28.050

501.983

Baten

478.240

22.323

500.563

Mutaties reserves

4.562

6.227

10.789

Totaal

8.869

500

9.368

Percentages structurele exploitatieruimte

Bedragen x € 1.000

rekening 2018

rekening 2019

begroting 2020

A Totale structurele lasten

451.032

473.933

465.307

B Totale structurele baten

459.349

478.240

461.968

C Totale structurele toevoegingen aan reserves

28.447

54.140

473

D Totale structurele onttrekkingen aan reserves

37.058

58.702

8.625

E Totale baten

485.061

500.563

510.091

Structurele exploitatieruimte ((B-A)+(D-C))/E x 100%

3,5%

1,8%

0,9%

Saldo

16.928

8.869

4.807

Uit bovenstaande tabel blijkt dat de structurele exploitatieruimte ten opzichte van vorig jaar van 3,5% is gedaald tot 1,8%. Er zijn geen landelijke normen voor de structurele exploitatieruimte omdat het percentage erg afhangt van de lokale situatie, maar hier geldt wel hoe hoger dit percentage is, hoe beter.