Algemene Dekkingsmiddelen

De dividendopbrengsten zijn incidenteel € 786.000 hoger dan begroot, omdat:

• de teruggave van dividendbelasting van de fiscus voor Enecodividend voor € 923.000 is toegekend.
• het dividendbeleid van Evides is herzien wat leidt tot € 137.000 structureel lager dividend.

De lasten zijn incidenteel € 1.801.000 lager dan begroot, omdat dit het begrote resultaat is van de geactualiseerde Begroting 2019 (zie RIS-dossier 2439864).

De baten zijn incidenteel € 668.000 hoger dan begroot, omdat extra middelen zijn ontvangen uit:

• de decembercirculaire 2019 van € 1.000.000 voor 'Perspectief op werk' dat op programma Sociaal en Zorgzaam is verantwoord. De middelen zijn voor de uitvoering van het plan Breed Offensief dat de Sociale Dienst Drechtsteden (SDD) heeft opgestart.
• de decembercirculaire 2019. De ontvangen geactualiseerde bevoorschottingsstaten laten, na verwerking van de decembercirculaire, € 771.000 lagere ontvangsten zien vanwege een daling van het accres door lagere rijksuitgaven en mutaties in aantallen.
• de decembercirculaire 2019. Er is € 391.000 voor diverse beleidsmaatregelen ontvangen.
• positieve verrekeningen over voorgaande jaren vanwege actualisatie van verdelingsmaatstaven van € 48.000.
  

Een bedrag van € 391.000 is conform raadsbesluit van 15 april 2020 overgeheveld naar 2020 (zie RIS-dossier 2542099).

De baten zijn incidenteel € 651.000 hoger dan begroot, omdat de waardestijging van vastgoed sterker is gestegen dan voorzien.

De lasten zijn incidenteel € 445.000 lager dan begroot, omdat meer rente is toegerekend aan investeringen (wordt geboekt als negatieve last) en doordat de stelpost voor te betalen rente niet volledig is benut. Door de negatieve rente ontvangen we rente op 'roodstaan' (kortlopende geldleningen < 1 jaar), in plaats van dat rente betaald moet worden.

De baten zijn incidenteel € 248.000 lager dan begroot, omdat in de loop van 2019 uitgezette leningen zijn terugbetaald en daardoor rente inkomsten wegvallen.

De lasten zijn incidenteel € 164.000 lager dan begroot door:

• hogere personeelslasten van € 140.000 als gevolg van duurdere inhuur op formatie en tijdelijk dubbele bezetting vanwege overdracht van taken.
• niet begrote servicekosten van € 265.000. Afrekening vindt plaats op basis van werkelijke kosten. Hiertegenover staan niet begrote inkomsten servicekosten.
• hogere kosten van € 230.000 door meer beheerkosten van niet verhuurde panden en nieuwe huurcontracten. De niet begrote kosten voor nieuwe huurcontracten worden gecompenseerd door niet begrote huurinkomsten.
• lagere afwaarderingskosten van € 218.000 door verschuivingen tussen jaren binnen de verkoopprognose.
• lagere kosten van € 581.000 ten behoeve van het herstel van een te verkopen pand.
  

De baten zijn incidenteel € 337.000 hoger dan begroot door:

• hogere huurinkomsten van € 662.000 door hogere inkomsten op woonwagens (€ 106.000) en niet begrote huuropbrengsten door onder andere nieuwe huurcontracten en indexaties.
• niet begrote ontvangen servicekosten van € 265.000. De afrekening vindt plaats op basis van werkelijke kosten.
• een afboeking van € 75.000 van niet in rekening te brengen servicekosten uit voorgaande jaren.
• lagere verkoopopbrengsten van € 515.000 door het verschuiven van enkele verkopen tussen jaren.
  

Een bedrag van € 581.000 is conform raadsbesluit van 15 april 2020 overgeheveld naar 2020 (zie RIS-dossier 2542099).

De lasten zijn incidenteel € 202.000 hoger dan begroot, omdat de hoeveelheid bezwaarschriften tegen de OZB aanslag (door no-cure, no pay bedrijven) fors toenemen. De afhandeling van deze bezwaren vraagt veel personele inzet die niet begroot staat.

Oorzaken met een verschil kleiner dan € 100.000 worden niet nader toegelicht.